Het harde leven van boeren in de Middeleeuwen: voedsel, huisvesting en werk

  • Het leven van de boeren werd gekenmerkt door slechte voeding en weinig economische stabiliteit.
  • Het boerenhuis was uiterst bescheiden, met weinig voorzieningen.
  • Het werk op het veld was vermoeiend, met rudimentair gereedschap en lange werkdagen.

Het leven van boeren in de Middeleeuwen

Als we het hebben over de Magna Carta, wijzen we erop dat de gewone mensen of boeren van de Middeleeuwen ze hadden er uiteindelijk baat bij, maar hoe was het leven voor deze mensen tot dan toe? Wat waren de levensomstandigheden van degenen die geen koning, edelen of religieus waren?

Algemene voorwaarden van de boeren

Het leven van de boeren in de Middeleeuwen vormde een absoluut contrast met dat van bevoorrechte sectoren zoals de adel of de geestelijkheid. Globaal gesproken konden de boeren in twee grote groepen worden verdeeld: de boeren vrije boeren en bedienden. De eerste hadden een zekere vrijheid om over hun leven te beslissen, terwijl de lijfeigenen gebonden waren aan de feodale heer en hun lot afhing van zijn toestemming. De meeste boeren bewerkten het land en woonden in dorpen die verbonden waren met een feodale heer, aan wie ze niet alleen banen verschuldigd waren, maar ook een deel van hun oogst in de vorm van belastingen zoals tienden.

Hoewel er op sociaal vlak verschillen bestonden tussen vrije boeren en lijfeigenen, deelden beide groepen een leven vol intensief werk en uiterst bescheiden levensomstandigheden die hen onderscheidden van de bevoorrechten. Vrije boeren bezaten land, hoewel beperkt, en hadden meer autonomie. De lijfeigenen op hun beurt hadden een bijna slaafse vorm van werk, zonder de vrijheid om te verhuizen, te trouwen of van baan te veranderen. Hun toestand werd van vader op zoon geërfd.

Het boerenleven werd ook gekenmerkt door religie en weersomstandigheden. De boeren keken zowel in spirituele zin naar de hemel, in de hoop op goddelijke bescherming, als in praktische zin, aangezien het veldwerk afhing van de landbouwkalender, bepaald door de seizoenen.

Hun huizen

Boerenhuizen Middeleeuwen

De campesinos van de Middeleeuwen leidden een moeilijk en vaak kort leven. Ze leefden heel nederig in hutten met één kamer en aardevloeren. Deze constructies, meestal gemaakt van materialen zoals modder en stro, waren uiterst rudimentair. De muren konden van hout en klei zijn gemaakt, of, in rijkere gebieden, van slecht bewerkte steen. Het dak was bedekt met stro of riet.

Binnen deze huizen was er weinig meubilair: houten banken, rieten ligstoelen en enkele kleipotten of houten kannen. In sommige waren er zelfs geen open haarden, wat vooral in de winter voor een koude en ongezonde omgeving zorgde. Gezinnen sliepen samen in dezelfde ruimte om lichaamswarmte vast te houden.

voeden

Het voedsel van de boeren was erg basic en soms onvoldoende om in hun voedingsbehoeften te voorzien. De belangrijkste machtsbronnen waren cereales, zoals rogge, gierst of haver, die werden gebruikt om brood te maken. Daarnaast aten boeren groenten uit kleine tuinen en producten als eieren en melk, zij het alleen als die voorhanden waren.

La vlees Het was een luxe waartoe maar heel weinig boeren toegang hadden. Normaal gesproken was het gereserveerd voor speciale gelegenheden zoals bruiloften, religieuze feesten of het slachten van een varken. In plaats van vlees haalden de boeren eiwitten uit peulvruchten zoals erwten, bonen en linzen.

Brood, dat ongeveer 70% van hun dieet uitmaakte, was vaak van lage kwaliteit. Het werd gemaakt van arme granen en in sommige gevallen werden kruiden of boomschors toegevoegd om het volume te vergroten. De boeren dronken ook wat zelfgemaakt bier, vooral op belangrijke data.

Levensverwachting

Leven boven de 40 jaar was een zeldzaamheid onder middeleeuwse boeren. Door de barre werkomstandigheden, het gebrek aan voldoende voedsel en de slechte hygiëne was de levensverwachting erg laag. Infectieziekten kwamen vaak voor, verergerd door een gebrek aan medische kennis en het gebruik van rudimentaire remedies die de situatie in veel gevallen verergerden.

Een van de factoren die de lage levensverwachting het meest beïnvloedden, was het gebrek aan levensverwachting hygiëne. Persoonlijke hygiëne was zeer beperkt, alleen beperkt tot de zichtbare delen van het lichaam, zoals handen en gezicht. De verspreiding van parasieten, zoals luizen en vlooien, was een voortdurend probleem. De boeren beschouwden het gebrek aan hygiëne niet als een probleem, en in plaats van te baden probeerden ze op rudimentaire manieren met de parasieten om te gaan, door bijvoorbeeld in tonnen te kruipen om licht en lucht te elimineren.

Ziekten die tegenwoordig als minder belangrijk zouden worden beschouwd, zoals luchtweginfecties of slecht genezen wonden, waren in de middeleeuwen een doodvonnis. Er waren weinig artsen en hun kennis was volkomen ontoereikend om ernstige problemen te behandelen.

Werk in het veld

Het boerenwerk tijdens de middeleeuwen was zwaar en constant. De dag begon bij zonsopgang en eindigde bij zonsondergang. Boerenfamilies, waaronder vrouwen en kinderen, namen deel aan veldtaken. De mensen Zij verzorgden de zwaarste taken, zoals het ploegen van het land, het oogsten of het kappen van bomen. Aan de andere kant, de Mujeres Ze hielpen met taken op het platteland en wijdden zich daarnaast aan huishoudelijk werk en kinderopvang.

De gebruikte instrumenten waren uiterst rudimentair, wat de prestaties van het landbouwwerk verminderde. Enkele voorbeelden van de gebruikte gereedschappen zijn de houten ploeg en sikkels voor de oogst. Dit lage technologische niveau droeg bij aan de voortdurende moeilijkheden bij het behalen van voldoende oogsten.

Belastingen en verplichtingen

leven van boeren in de Middeleeuwen

De boeren hadden niet alleen de plicht om hard op hun land te werken, maar waren ook enorme hoeveelheden belastingen verschuldigd aan de feodale heren en de Kerk, wat zich vertaalde in een aanzienlijke vermindering van de vruchten van hun arbeid. Naast het leveren van gewassen moesten ze ook gratis werk doen voor de feodale heer, zoals het werken op zijn privégronden:

  • Tienden: belasting die een tiende van de productie vertegenwoordigde.
  • Corvea: verplicht werk dat boeren moesten doen op het land van de heer.

Vrije tijd en festiviteiten

Hoewel het leven van de boeren erg zwaar was, waren er momenten voor ocio vooral tijdens religieuze festiviteiten. Deze gelegenheden waren een van de weinige momenten van ontspanning waarin de boeren probeerden de grote adellijke banketten na te bootsen, hoewel aangepast aan hun economische niveau.

Deze vieringen, zoals bruiloften of festivals van beschermheiligen, waren echte sociale evenementen met muziek, dans en, in sommige gevallen, rudimentaire theatervoorstellingen.

Voor de boeren waren deze festiviteiten ook een manier om hun gemeenschapsbanden te versterken en hun realiteit te delen met degenen die in dezelfde barre omstandigheden leefden.

Ondanks de ontberingen en extreem barre levensomstandigheden, Middeleeuwse boeren slaagden erin de steunpilaar van de feodale samenleving te blijven, gemotiveerd door de noodzaak om te overleven en met hoop op een betere toekomst die er in veel gevallen nooit is gekomen.


Laat je reactie achter

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

*

*

  1. Verantwoordelijk voor de gegevens: Miguel Ángel Gatón
  2. Doel van de gegevens: Controle SPAM, commentaarbeheer.
  3. Legitimatie: uw toestemming
  4. Mededeling van de gegevens: De gegevens worden niet aan derden meegedeeld, behalve op grond van wettelijke verplichting.
  5. Gegevensopslag: database gehost door Occentus Networks (EU)
  6. Rechten: u kunt uw gegevens op elk moment beperken, herstellen en verwijderen.